Wat is beter: nemen of geven? Tot voor kort ging ik ervan uit dat geven goed was en nemen vooral met mate moest gebeuren. Je mag vooral niet teveel nemen, anders ben je een …. Herken jij een gever in jezelf?
Balans in nemen en geven is een van de drie basisprincipes uit Familieopstellingen. De andere twee principes zijn ordening en binding. De woorden die veel indruk op mij hebben gemaakt en aanleiding vormden voor zelfonderzoek, zijn: ‘Ouders geven hun kinderen bij de geboorte het grootste geschenk dat mogelijk is: het leven. Kinderen zijn niet in staat iets soortgelijks terug te geven aan hun ouders’.
Bij het lezen van deze woorden voelde ik meteen een gevoel van schuld opkomen en de behoefte om iets terug te doen. Aha! Zou het kunnen zijn dat ik op jonge leeftijd de conclusie heb getrokken dat ik een schuld heb te vereffenen? Dat ik iets terug hoor te doen om de balans te herstellen?
Hoe heurt het eigenlijk?
In onze maatschappij geldt dat het beter is om te geven dan te nemen. De uitdrukking ’voor wat hoort wat’ , is daar duidelijk in: als je iets krijgt moet je ook iets geven. Als je hiermee opgroeit en er is om welke reden dan ook een disbalans ontstaan, dan kan dit ertoe leiden dat je als jong kind de aanname doet, dat je moet geven. Dit kan een belasting voor je worden en gevolgen hebben voor de relaties die je later in je leven hebt.
Disbalans
Een disbalans kan ontstaan doordat één van de ouders (of beide ouders) (tijdelijk) afwezig is, door ziekte, oorlog, scheiding of overlijden. Kinderen zullen uit liefde en loyaliteit hun best doen om het gemis te compenseren en overstijgen als het ware hun eigen kunnen en hun eigen positie in het gezin.
De gevolgen van disbalans in geven en nemen zouden wel eens groter kunnen zijn, dan je op het eerste gezicht denkt. Disbalans kan leiden tot problemen met je familie (ruzies en vetes, elkaar jarenlang niet zien), je werkgever (arbeidsconflicten, functioneringsproblemen, burnout), je partner (ruzie, mishandeling, echtscheiding), de opvoeding van je kinderen (conflicten, opvoedingsproblemen), etc. Het verklaarde veel van de nare situaties die ik in mijn leven ben tegengekomen. En bijvoorbeeld ook hoe het kwam dat ik bijna automatisch ja zei, als iemand mij iets vroeg. Eigenlijk deed ik makkelijker iets voor een ander dan voor mezelf.
Balans herstellen
Leren dank je wel zeggen en nemen wat je krijgt, vond ik niet zo makkelijk, maar heeft me veel ontspanning, plezier en goede dingen gebracht. De technieken die ik leerde, geef ik graag door.
Dus toch weer geven? Ja, en nu vanuit geven wat ik ben en kan geven, niet meer en niet minder!